Een marathon met z’n tweeën

En daar zie ik ineens – met een strakblauwe lucht en in een lekker november-zonnetje – het plaatsnaambordje van mijn geboorteplaats opdoemen. Niet dat ik er nog veel van weet, op mijn vierde zijn we verhuisd naar het oosten van het land. Maar als ik weer eens ergens mijn geboorteplaats moet invullen, dan word ik er altijd weer even aan herinnerd: Wilnis.

Toen hardloopmaatje Ellen me voorstelde om samen De Ronde Venen marathon te gaan rennen, was mijn eerste gedachte dat 42,195 km heel ver is (en ik spreek uit ervaring) en mijn volgende vraag waar die ronde venen dan wel niet te vinden waren. Al snel bleek dat Ellen doelde op de duomarathon: met z’n tweeën de marathon afleggen waarbij de een rent en de ander fietst. En toen ik toevallig hoorde dat de route dwars door mijn geboortedorp ging, toen was ik natuurlijk verkocht.

Nou kan het in november stormen en regenen en dan is vier uur – waarbij je de helft van de tijd sloom moet fietsen, namelijk naast de loper – best lang. Maar wat een geluk hadden wij vandaag, want het was dan wel koud maar er was geen vleugje wind en er scheen een heerlijk zonnetje. Top hardloopweer dus!

We liepen een prachtige ronde langs en door alle acht kernen van de gemeente De Ronde Venen: Abcoude, Baambrugge, Vinkeveen, Wilnis, Mijdrecht, De Hoef, Amstelhoek en Waverveen en terug naar Abcoude. Over verkeersvrije en verkeersluwe wegen, een voormalige spoorbaan, langs riviertjes en door weilanden. Vanaf kilometer 36 ging de route door een bijzonder natuurgebied. Wachtend bij de start had ik al begrepen dat ‘De Botshol’ een berucht stukje is: de fietser moet een omweg nemen en behoorlijk doorfietsen om de loper niet te missen bij het wisselpunt, terwijl de loper zelf lekker loopt te soppen in dat plassen- en moerasgebied. En niet alleen bij regenachtig weer kan het daar drassig zijn, dat is maar weer bewezen.

Gelukkig fietste Ellen als een dolle die omweg en kwamen we tegelijk bij de post aan waar ze snel de fiets aan mij gaf om weer te gaan rennen en ik nog even lekker een banaantje en een halve pannenkoek – wat een top verzorging hier! – naar binnen kon werken.

De laatste 350 meter mochten we samen naar de finish rennen. Ik had de fiets in de daarvoor bestemde stalling geplaatst en we lachten vrolijk naar al die toeschouwers, die ons toejuichten alsof we allebei de hele marathon hadden voltooid. Trots kwamen we over de finish waar we ons even later tot onze schrik realiseerden dat ik als eerste loper het nummer met de chip had moeten opspelden zodat de start (en niet alleen de 21,1 km en de finish) kon worden geregistreerd.

Maar dat kon de pret allang niet meer drukken. Wij weten dat we samen de marathon in 3:55 uur hebben voltooid. Daarna nog een bakje kwark, een beker warme tomatensoep en een hete douche; alles wat we ons maar konden wensen, daar werden we in voorzien.

Volgende jaar weer! En dan met het juiste nummer op mijn buik. En wie weet ook weer met onze super-supporter Gerrit die ons – ondanks zijn koude voeten (denk ik) –  zeker vijf keer op het parcours wist te vinden om ons enthousiast aan te moedigen.

2 gedachten over “Een marathon met z’n tweeën

  1. Wat een enthousiast verhaal. En de omgeving van Wilnis is ook mooi, maar wel weinig bescherming, dus de weersomstandigheden zijn wel belangrijk. En de fiets was geen e-bike, morgen spierpijn? Rosemarie

    Like

Plaats een reactie